De belastingdienst houdt rekening tussen verschillende soorten alcohol om een keuze te maken over het te hanteren Btw-tarief. Voornamelijk wordt het Btw-tarief gehanteerd over het percentage alcohol in de desbetreffende drank. Ook wordt er specifiek onderscheid gemaakt tussen biersoorten onderling en andere verschillende alcoholhoudende dranken.
BTW op bier
Veruit de meeste biersoorten in Nederland verkrijgbaar vallen onder het hoogste Btw-tarief, namelijk het tarief van 21%. Dit geldt echter alleen voor biersoorten met een alcoholpercentage van 0,5% of meer. Bij andere alcoholische dranken is deze grens overigens vastgesteld op 1,2%. De ‘normale’ pilsener en stevigere biersoorten vallen dus in deze hoogste categorie. De steeds populairder wordende ‘light’ bieren zoals bijvoorbeeld een Radler valt echter onder een lager tarief, het 9% tarief. Ook hier geldt het tarief van 9% op andere alcoholische dranken mits het percentage onder de 1,2% valt. Het 9% tarief telt ook voor alcoholhoudende etenswaren zoals bonbons of een stoofpotje met bier als ingrediënt.
Bier in de horeca
In de horeca wordt veelal bier verkocht in combinatie met een gerecht. Restauranthouders waren van mening dit beide in dit geval onder het 9% Btw-tarief zouden moeten vallen aangezien het één restaurantdienst betrof. Na verschillende rechtszaken heeft eind 2019 zich over deze kwestie uitgesproken en kwam op het oordeel dat de rekening in dit geval gesplitst zou moeten worden. Het gerecht valt onder het 9% Btw-tarief en het bier onder het 21% Btw-tarief. Ook wanneer je in de horeca werkt met all-in arrangementen dien je de prijzen op te splitsen naar het juiste Btw-tarief. Vaak is dit een lastig en tijdrovende manier om jouw boekhouding op orde te houden en heeft de belastingdienst in dit geval een uitzonderingsoptie. In goed overleg bestaat de mogelijkheid om een mengtarief aan te vragen bij de belastingdienst. Zo kun je bijvoorbeeld met een 10% Btw-tarief percentage rekenen over het hele arrangement inclusief drankjes.
Btw-tarief op mixdranken
Voor mixdranken is een bijzondere regeling gemaakt. Hoewel mixdranken met bier niet heel veel voorkomen zijn er wel enkele voorbeelden te bedenken (denk bijvoorbeeld aan een Sneeuwwitje). Je mag in het geval van een mixdrank het Btw-tarief opsplitsen. Dit mag echter alleen wanneer er aan de volgende twee voorwaarden word voldaan. Voorwaarde één is dat de beide onderdelen van de mixdrank ook afzonderlijk worden verkocht. De tweede voorwaarde is dat de verkoopprijs van de mixdrank gelijk is aan de som van de afzonderlijke prijzen van beide ingrediënten van de mixdrank. Wanneer er niet aan één van deze twee voorwaarden voldaan kan worden valt de mixdrank onder het hoogste tarief (van 21%). In het voorbeeld van het Sneeuwwitje, een mix van 50% bier en 50% 7-up, mag dus naar verhouding de helft van de verkoopprijs verdeeld over de verschillende Btw-tarieven. Kost een 7-up normaal 1 euro en een biertje 2 euro 50? Bij een verkoopprijs van 1,75 euro voor een Sneeuwwitje betaal je dan over 1,25 euro 21% belasting en over 50 cent betaal je 9% belasting.